Op de melodie van ‘Het land van Maas en Waal’ van Boudewijn de Groot
*
Binnen de hoge hal en in het warme zand,
wint de groene SKC’er immer zonder tegenstand.
Hij staat in de kantine en ’s avonds in de kroeg,
te midden van zijn vrienden, ’s avonds laat tot ’s ochtends vroeg.
En we drinken en we zingen en we lachen allemaal,
want we weten dat we heersen in het land van Net en Paal.
*
Ik loop gekleed in het groen naar het veld,
we zijn weer compleet, niemand heeft zich afgemeld.
Daar is de scheids dan, die kijkt niet al te blij.
Hij inspecteert het net, ja het hangt er prachtig bij.
*
Op de tribune stroomt het aardig vol,
ze maken veel lawaai en ze hebben samen lol.
We passen, we setten, we slaan ‘em in de drie,
de tegenstander balen want die had ‘em weer eens nie.
*
Binnen de hoge hal en in het warme zand,
wint de groene SKC’er immer zonder tegenstand.
Hij staat in de kantine en ’s avonds in de kroeg,
te midden van zijn vrienden, ’s avonds laat tot ’s ochtends vroeg.
En we drinken en we zingen en we lachen allemaal,
want we weten dat we heersen in het land van Net en Paal.
*
Nu eerst de douche in, daar zingen we dit lied,
dan door naar de kantine, waar iedereen geniet.
We schreeuwen naar de barcie: ‘de tosti’s zijn verbrand’
met friet en bitterballen, en een biertje in ons hand.
*
Het is tegen tweeën, een avond Keyzer voor de boeg,
we hebben tien minuten en dat is tijd genoeg.
Het is er gezellig, het voelt er zoals thuis,
we blijven tot het licht wordt en dan gaan we pas naar huis.
*
Binnen de hoge hal en in het warme zand,
wint de groene SKC’er immer zonder tegenstand.
Hij staat in de kantine en ’s avonds in de kroeg,
te midden van zijn vrienden, ’s avonds laat tot ’s ochtends vroeg.
En we drinken en we zingen en we lachen allemaal,
want we weten dat we heersen in het land van Net en Paal.